Scramblings

Jean D.L. / Rutger Zuydervelt

Scrambling 1
Scrambling 2
Scrambling 3
Scrambling 4
Scrambling 5
Scrambling 6
Scrambling 7
Scrambling 8

cd/digital on Inexhaustible Editions,
October 2020

Order here
Or stream on Spotify | Deezer | Tidal | Apple Music

Scramblings is my first 'meeting' with guitarist Jean D.L., whom you might know from his collaboratinos with Karen Willems, or his solo work of course. During the 'first wave' of the corona virus, Jean and I swapped files and constructed this album in a month or so. We're lucky that the amazing Inexhaustible Editions label was willing to release it, with Vincen Beeckman's photos gracing the cover.


Reviews

Luminous Dash

Jean De Lacoste is een Gentse klanktovenaar en gitarist die hier muzikaal in de clinch gaat met de Nederlander Rutger Zuydervelt, die de liefhebbers wel zullen kennen onder z’n alias Machinefabriek.

Zuydervelt opereert graag op z’n eentje maar collaboreert ook geregeld, zoals op z’n Pulses & Places-plaat met de Italiaanse drummer en componist Andrea Belfi. Dat het dus weer een experimentele sonore zoektocht zal zijn, spreekt voor zich. Ook de titel laat dat vermoeden. Scrambling heeft twee betekenissen: klauteren over rotsen en het vervormen van radioboodschappen. Beiden zijn van toepassing op de acht Scramblings op dit album.

De elementen die de twee heren gebruiken zijn elektronica, veldopnames en gitaar die klanktapijten weven met vaak – inderdaad – radiogekraak. Kleine stoorzendertjes in een oase van rust. Om de titel nog meer kracht bij te zetten horen we ook geregeld walkie talkie-stemmen doorheen de mijmerende soundscapes. Op Scrambling 3 wordt het palet nog uitgebreid met de wijdse cello van Francesco Guerri en Scrambling 8 bevat na de irritante pieptoon, dan toch nog eens even een normaal betokkelde gitaar en komt zodoende in het vaarwater van Jannes Lathuys prachtplaatje Cabin Fever Dream.

Opduvel

Covid-19 of niet: Rutger Zuydervelt houdt zijn stroom releases op peil. Niet lang na verzamelaar Wheeler verschijnt Scramblings, waarop de Rotterdammer samenwerkt met de Belgische gitarist Jean D.L. (De Lacoste). Laatstgenoemde beleeft ook een vruchtbare periode, want eerder dit jaar verschenen van hem Forays (maart), een solo-album, en HOL (mei), een tape van een trio waarop naast D.L. ook Louis van der Waal en Mauro Pawlowski zijn te horen.

Het album van D.L. en Zuydervelt is tot stand gekomen door het uitwisselen van bestanden, een methode die in deze tijd zijn nut bewijst. Dat geldt zeker als het resultaat zo intrigerend is als Scramblings. Vanuit Gent is D.L. verantwoordelijk voor elektrische en akoestische gitaar en field recordings en in Rotterdam zijn de elektronica, autoharp en field recordings van Zuydervelt vastgelegd. Op één track krijgt het duo muzikale bijstand van Francesco Guerri op cello.

Scramblings is een kort album van 33 minuten waarop acht tracks zijn te vinden die onderling behoorlijk verschillen. De twee muzikanten weten hoe een experimenteel stuk muziek te maken dat toch aantrekkelijk blijft om naar te luisteren. Er is geen live-interactie maar toch kun je stellen dat D.L. en Zuydervelt elkaar muzikaal aanvoelen, dat wil zeggen weten hoe de juiste respons te geven op elkaars klanken. Die klanken zijn soms klein en subtiel en soms luider en voller. De muziek klinkt serieus maar heeft een duidelijk speels element dat ervoor zorgt dat het nergens zwaar op de hand wordt.

‘Scrambling 1′ opent met een collage van elektronische klanken en geluidsfragmenten, waaronder stemmen. Het is een abstract stuk waarin de muziek moet worden gezocht in de vreemde sfeer die wordt geschapen met onorthodoxe middelen. In het tweede stuk komt de gitaar duidelijk naar voren. D.L. beperkt zich tot een handvol noten die hij als het ware over het stuk uitspreidt. Daaromheen klinken zachte geluiden, sommige voorzichtig en teer, andere vibrerend en pulserend, fungerend als echo’s of als spanning oproepende factoren. Behalve de gitaartonen die op de voorgrond treden, zijn ook gitaarklanken op de achtergrond waar te nemen: rommelend, experimenterend en meer of minder fragmentarisch. De elektronica vormen een verbindend element als lange tonen doorklinken.

Cellist Guerri maakt zijn opwachting in ‘Scramblings 3’, een enerverend stuk muziek waarin een zeer trage beweging voorwaarts is waar te nemen waarbinnen gitaar en donkere klinkende elektronica opereren. Met de melodie van de cello drijft het stuk wat weg van de abstractie, hoewel geen concessies worden gedaan; de basis blijft ongrijpbaar. Dat geldt ook voor het vierde werk, dat wordt gelardeerd met opgenomen stemmen die op afstand met elkaar communiceren. De sfeer is gespannen. Het niet weten waar het over gaat en de onpeilbare koers dwingen aandachtig luisteren af.

In de vijfde ‘Scrambling’ wordt met elektronica zacht een repeterend ritme gecreëerd, dat naar de achtergrond verdwijnt en plaats maakt voor geluiden die aanvankelijk klinken alsof ze in een donkere grot zijn opgenomen en verderop alsof ze buiten zijn vastgelegd, nadat de uitgang is gevonden. Was er in de voorgaande tracks al sprake van spanning, dan wordt die hier overtroffen. ‘Scrambling 6’ opent met ambient gitaarklanken, waar een ietwat ongemakkelijk harmoniërende klank aan wordt toegevoegd. Vanuit de diepte komt een elektronische melodie opzetten, een bewegend motief dat bovenop de drones wordt gelegd. Halverwege wordt het melodische aspect losgelaten en vervangen door vreemde elektronische klanken en niet nader te identificeren veldopnamen. Het bewegende motief is nog niet helemaal verdwenen en komt zich nog even melden, maar nu minder dominant.

De laatste twee stukken zijn vrij kort, waarbij in het zevende werk heldere gitaarklanken en fijnzinnige elektronica fraai samengaan, terwijl er ook een licht ontregelende factor aanwezig is, evenals opnamen van menselijke stemmen. Het laatste stuk begint met een pieptoon met daarachter een klankwolk als contrast. De gitaar komt daaruit naar voren, terwijl daar ondefinieerbare geluiden als een waterige en licht golvende vloeistof omheen kabbelen. Het is een betoverende combinatie van geluiden en het had nog wel wat langer mogen duren.

D.L. en Zuydervelt weten op Scramblings steeds een combinatie van klanken te fabriceren die ervoor zorgt dat je brein geprikkeld wordt, op zodanige wijze dat je gewoonweg moet blijven luisteren naar het muzikaal gebodene terwijl je je afvraagt hoe die klanken nu precies gemaakt worden. Dat is een onderdeel van de luisterervaring, maar belangrijker is dat de twee muzikanten oog hebben voor muzikale schoonheid, ook als die schuilgaat in abstractie of in het experiment. Fascinerende kost.

Vital Weekly

By now the list of musicians working With Rutger Zuydervelt, also known as Machinefabriek, is as long as my arm, well maybe even two arms. Over the years he introduced me to many new names, and this time it is Jean D.L., which stands for Jean de Lacoste, who is from Ghent, Belgium, and he plays electric and acoustic guitars and field recordings. Zuydervelt plays electronics, field recordings and autoharp and Francesco Guerri play the cello on one piece. I assume the music was made via exchanging sound files; it was made between March and July 2020, not a period for easy travel to home studios. This release is both on common ground and a new one. It starts with the hisses, rumbling of objects, a slow strum on the guitar; delicate tension slowly built, that kind of thing. That is something one may expect from Zuydervelt and as such he doesn't disappoint, nor does he innovate. I realized that, perhaps, for this label, this is a somewhat unusual release. Many of the releases I heard from this label are duos or trios playing improvised or modern classical music, many of which were recorded 'together', as in 'one-room'. This exchange of sound material leaves room shaping the material, editing and weeding out 'mistakes', or re-arranging notes. That is not a complaint, just an observation. The music is all very introspective and quiet, and as such it does connect with the other releases by this label. Other odd features are the voices in 'Scrambling 4', which sounds like from mission control, and the arpeggio keyboards in 'Scrambling 6'. That one broke the mood that was carefully constructed so far but it is easy to argue that it is also a fine change of scenery. It is, so I believe, this combination of expectations and surprises that make this into a most wonderful record, familiar and slightly strange, but also strongly coherent.

 

scramblings-site

scramblings-site